Een bijna 9 km lange rondwandeling door Sint-Nicolaasga en de Vegilinbosschen.
Het startpunt van de rondwandeling is bij de R.K kerk van Sint Nicolaasga: De Sint-Nicolaaskerk. Bij de hervorming ging in 1580 de pastoor van Sint Nicolaasga, Nicolaus Hollandinus, in ballingschap en ging de kerk, het kerkhof en de bezittingen van de pastorie in andere handen over. De katholieken hebben lange tijd hun godsdienstoefeningen gehouden in een schuilkerk op de Heide. Pas in 1835 werd een nieuwe kerk in het dorp gebouwd, een waterschapskerk, die dienst heeft gedaan tot 1885. Toen werd begonnen aan de bouw van de huidige kerk, Sint-Nicolaaskerk, een voor deze streken zeer bijzonder rooms-katholiek kerkgebouw. De kerk is een neogotische kruisbasiliek uit 1887 ontworpen door de Friese architect Jan Doedes van der Weide. De toren is 61 meter hoog. Het orgel van de kerk is gebouwd door Lodewijk Ypma. Bij de kerk staat ook een lourdesgrot. Deze replica werd in 1935 door Huite Huitema gebouwd (met hulp van timmerlieden), nadat hij na een pelgrimage naar Lourdes in 1933 van een handicap was genezen. Het bouwwerk van gewapend beton is 12 bij 8 meter en heeft een hoogte van 7 meter. Voor de grot staat een smeedijzeren hek.
De wandeling voert u verder door een oerwoudachting bos: de Vegilinbosen (Vegilinbosschen). Deze bossen, met veel varens, werden in 1740 aangelegd door J. Vegilin van Claerbergen, grietman van Doniawerstal. Hun functie als bosakker laat zich nog herkennen aan de rabatten, greppels met ernaast wallen aarde, waarbovenop de bomen hun voeten droog hielden. Vooral de wilg was een populaire akkerboom, want de wilg houdt van vochtige grond, is na de populier onze snelst groeiende boom en loopt na het knotten snel en gemakkelijk opnieuw uit..De wilg was als hakhout vroeger zo populair, dat men de boom grootschalig aanplantte. We spreken dan van grienden: een soort akkers voor wilgenhout. Op de stronk van van wilgen en eromheen groeien veel mossen en varens. De adelaarsvaren kan tot 4 meter hoog worden en geeft daarmee het bos vaak een oerwoudachtig aanzien.