Een 8 km lange rondwandeling over de stuwwal van Arnhem. Het startpunt en het eindpunt van de wandeling is bij kasteel Doorwerth. De wandeling is zeer gevarieerd: mooie uitzichten over de Neder-Rijn en tal van bezienswaardigheden zoals Kasteel Doorwerth, de cottage woningen in Heveadorp en de Dunobrug. De GPS wandeling kan het beste worden gelopen in die perioden van het jaar dat er geen bladeren aan de bomen zijn (het bladerendak van de bomen kan mogelijk voor een slecht GPS signaal zorgen).
De geschiedenis van het kasteel gaat zeker terug tot 1260. Het kasteel werd toen door de heer van Vianen belegerd en in brand gestoken. Dit was vermoedelijk een straf, opgelegd door de graaf van Gelre, om korte metten te maken met de roofzuchtige praktijken van burchtheer Berend van Dorenweerd. In 1430 verkreeg Reinald van Homoet het kasteel en liet het flink uitbreiden. De daaropvolgende eigenaren van het kasteel verbleven er slechts zelden en dit is waarschijnlijk een van de redenen dat Doorwerth nog een zeer middeleeuws aandoend uiterlijk heeft. In 1837 werd het kasteel verkocht aan Jacob Adriaan Prosper, Baron van Brakell, die het vervallen kasteel herstelde en er zelf ging wonen. Na de dood van zijn weduwe zette het verval echter weer in. In 1909 werd ten slotte de vereniging 'De Doorwerth' opgericht die een jaar later het kasteel in bezit wist te krijgen. Het kasteel raakte zwaar beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar het kasteel is daarna weer geheel gerestaureerd. Thans huizen het Museum voor Natuur- en Wildbeheer en Museum Veluwezoom in het kasteel.
Doorwerth en Rosande Polder liggen op en onderlangs de stuwwal van Arnhem. Deze stuwwal is tijdens de eerste fase van de voorlaatste ijstijd opgestuwd. In de laatste ijstijd is een deel weer geërodeerd. Daarbij ontstonden droogdalen en vonden verstuivingen plaats. Daardoor is een geaccidenteerd terrein ontstaan met een hoogte die varieert van 23 tot 63 meter boven N.A.P. Na de laatste ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, verlegde de Rijn zijn oorspronkelijke loop via de IJsselvallei naar het westen. Sindsdien heeft de Rijn grote delen van de stuwwal geërodeerd. Waar de Rijn langs de stuwwal schuurde ontstonden steile wanden. In de flanken ontspringen (al dan niet verder uitgegraven) beekjes, die uiteindelijk in de Rijn uitstromen.
De Duno wordt gekarakteriseerd door hellingbossen, afgewisseld met droge dalen. Dit landschap ligt op de hoge zuidelijke rand van de Arnhemse stuwwal die hier steil naar de uiterwaarden van de Rijn afloopt. Door de diepe erosiedalen zijn de hoogteverschillen aanzienlijk. Dankzij de vele overgangen in hoogte, vochtigheidsgraad en ondergrond is de Duno rijk aan wilde planten. De talrijke beekjes en vijvertjes aan de voet van de stuwwal vormen een geliefde verblijfplaats voor padden, kikkers en de kleine watersalamander. Ook de ijsvogel houdt zich hier graag op.
Het deel van de Duno waar u nu doorheen wandelt, bestaat voor het grootste deel uit bos. Het bos dateert grotendeels van na de Tweede Wereldoorlog omdat vrijwel al het oude loofhout dat hier stond in 1944/’45 kapot geschoten is. Bij het herbebossen werden ook uitheemse soorten als Amerikaanse eik en douglasspar aangeplant. Daarvan is het grootste deel inmiddels weer verwijderd. In de dalen onderaan het hellingbos groeien kruiden als bosanemoon, dalkruid en speenkruid.
De wandeling loopt voor een klein stukje over de Italiaanseweg. Deze weg is in 1848 door de toenmalige eigenaar van de Duno, baron van Brakel, aangelegd als verlengstuk van de Wolfhezerweg. Aan beide kanten van de weg zijn inlandse eiken geplant, waarbij toen al zorgvuldig rekening gehouden is met de beuken die daar stonden: de weg is langs de beuken gelegd. Deze bomen zijn nu rond de 250 jaar oud. Baron van Brakel heeft de weg de Italiaanseweg gedoopt omdat hij met haarspeldbochten langs de berghelling loopt, zoals ook bij veel wegen in Italië het geval is. De weg vormt de grens tussen de terreinen van Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen en die van Staatsbosbeheer.
Nadat u de Italiaanse weg heeft verlaten, loopt u richting een bruggetje. Omdat dit bruggetje geen functie heeft, kunt u dit bouwwerk als een folly (van het Engelse folly: gekheid) beschouwen. In de 19de eeuw was het mode om op een landgoed enige romantische elementen te laten bouwen. De brug behoort, net als de watervallen en vijvers in het Cascadedal, tot de parkversierselen van het einde van begin 20ste eeuw. De stenen waarmee de brug is versierd, zijn zwerfstenen uit de ijstijd. Aan de dalkant vormt een deel van de stenen het woord ‘Duno’. Merkwaardig is dat de ‘n’ in spiegelbeeld is geschreven.
Vanaf Duno loopt u naar Heveadorp. Dit dorp is gesticht als woonkern voor de werknemers van de Heveafabriek. Hevea is de Latijnse naam voor de rubberboom (Hevea brasiliensis). Deze fabriek maakte rubberen producten, zoals banden, laarzen en condooms. De fabriek werd in 1915 gebouwd in het dal van de Seelbeek, op het terrein van de voormalige modelboerderij het Huis ter Aa in Doorwerth. Deze boerderij ging failliet waarna rubberfabrikant Wilhelmi het terrein kocht. Ook Wilhelmi was een maatschappelijk ondernemer avant la lettre. Hij besteedde veel tijd en geld aan een goede huisvesting van zijn arbeiders en bouwde om die reden 83 woningen voor de arbeiders en 14 woningen voor het hogere personeel. De meeste van deze huizen zijn gebouwd in Engelse landhuisstijl met een rieten dak. Ook nu nog zijn deze huizen beeldbepalend voor het aanzicht van en de sfeer in het dorp. De huizenblokken werden vernoemd naar de Indische eilanden waar de rubber vandaan kwam: Sumatra, Java en Borneo. De Heveafabriek bood hen naast goede huisvesting ook diverse voorzieningen. Wonen in Heveadorp was een manier van leven. De fabriek financierde ook het verenigingsleven in het dorp, zodat er een hechte band ontstond tussen de Heveanen (o.a. een bloeiende schaakverening en een harmonie). Keerzijde was dat het licht om twaalf uur 's nachts uitging en de radio herhaaldelijk werd onderbroken voor bedrijfsmededelingen. De vrouw van de directeur controleerde regelmatig zelf de hoogte van de tuinheggen buitenshuis en de stofnesten binnenshuis. De fabriek is inmiddels gesloten en afgebroken. Een groot deel van de karakteristieke arbeiderswoningen is gelukkig blijven staan.
Vanuit Heveadorp maakt u een kort uitstapje naar de Valkenniersbossen. Alvorens u Heaveaudorp weer binnen loopt, loopt u langs de filterkelder. De filterkelder is een overblijfsel van de modelboerderij voor het houden van koeien en het verbeteren van de zuivelproductie. Deze modelboerderij was een ideëel bedrijf in eigendom van de rijke grootgrondbezitter Scheffer. Men zegt dat de koeien in deze modelboerderij beter werden behandeld dan de arbeiders aan het einde van de 19e eeuw. In de filterkelder werd het water van de Seelbeek gezuiverd dat diende als drinkwater voor de koeien. Ook werden de stallen met beekwater schoongemaakt. Voor de hygiëne werden de koeien ook regelmatig schoongeboend. De stallen waren zelfs betegeld. Wist u dat het toen mogelijk was failliet te gaan aan die overmaat aan hygiëne. Dit overkwam deze modelboerderij in 1914. De melk was door al die hygiëne tweemaal zo duur dan elders. De heer Wilhelmi uit Groningen kocht het terrein om er de Heveafabriek te vestigen.
Nadat u Heveadorp voor de tweede keer verlaat, loopt u over de voormalige oprijlaan van het landgoed, omzoomd door taxussen naar de Huneschans en het Duno plateau. In het voorjaar staan de azalea’s in bloei en loopt u door een bonte kleurenpracht. Bovenop het plateau heeft u een fantastisch uitzicht over Arnhem en de Rijn, de oprukkende stadsuitbreiding van de wijk Schuytgraaf aan de zuidkant van de gemeente Arnhem in de Betuwe en bij helder weer, de stuwwal van Nijmegen. Het plateau, dat mogelijk ontstaan is door de afvlakkende werking van het landijs in de voorlaatste ijstijd (Saalien), staat een informatiepaneel. Dit paneel geeft informatie over de ontstaansgeschiedenis van de Duno.
Vanaf het Duno plateau loopt u weer terug naar Kasteel Doorwerth. Vanaf verschillende plekken kunt u de stuw / sluis van Driel zien. Deze stuw en sluis is in 1962 gebouwd. Deze stuw en de stuw bij Amerongen moeten ervoor zorgen dat de waterstand tussen Driel en Amerongen op peil blijft. Als weinig water aangevoerd wordt via de Rijn dan zorgt het sluiten van de stuw ervoor dat het water in het achterland niet te laag komt te staan. Op die manier blijft voldoende zoetwater voor landbouw beschikbaar en blijft de vaarweg voldoende diep voor de scheepvaart. Bij teveel water kan de stuw uit de rivier gehaald worden zodat water snel richting zee stroomt.
Reacties
Je loopt in een omgeving die enorm afwisselend is!
Zeker een aanrader.
Wij gaan de route in het voorjaar zeker nog een keer lopen.
RSS lijst met reacties op dit artikel